Erik Heikens

Het Reisverslag van Suriname


Dag 1
10 oktober 2015
Na een lange nacht gaat de reis beginnen.
Ik was nog op de vorige avond bij een bruiloft geweest. Een bruiloft van een neef.
Maar de eerste dag begon zo. Ik werd om 9.30 wakker in mijn nieuwe huis.
Ruim een maand geleden was ik verhuisd naar een eigen appartement.
De ochtend ging ik ontbijten, op mijn laptop de laatste mail gecheckt en de koffers inpakken.
Om 10.30 ging ik met mijn bagage naar het huis van mijn ouders.
Daar hebben we laatste dingen ingepakt en gecontroleerd of we alles hebben.
Bij het controleren ging ik even naar mijn eigen huis terug om een veldfles te halen.
Zodat ik voldoende water bij mij hebt voor onderweg.
Om 11.30 bracht Leo (mijn broer) Niels (vader) en Susan (moeder) en Erik met de auto naar station Driebergen – Zeist. Rens stond op ons op te wachten.
Rens, een vriend van mi,  reist graag met de trein door het hele land.
Ik heb bedacht om Rens even mee te laten reizen van Driebergen – Zeist naar Schiphol met de trein.
Dat is leuk voor de gezelligheid! Ondertussen was Irene (mijn zus) die al een maand in Suriname was, haar mobiel kwijt. Irene heeft Sjoerd (haar vriend) gevraagd om een reserve mobiel te geven.
Het idee was dat Sjoerd op Utrecht Centraal het mobieltje aan ons gaf.
Maar dat is moeilijk. Rens woont toevallig vlak bij Sjoerd.
Ik regelde samen met Rens en Sjoerd dat Sjoerd het mobieltje aan Rens gaf op Utrecht Overvecht.
En Rens gaf dat mobieltje aan ons. Dat was zo geregeld en dat gaf Sjoerd minder stress.
Rens gaf de telefoon aan ons en we konden het reserve mobieltje voor Irene meenemen.
Ik gaf Rens alvast een paar verjaardagscadeautjes. Een tram van karton en een placemat van treinen.
We namen afscheid van Leo en we gingen met de trein naar Schiphol.
Het was druk in de trein; we moesten staan. Na driekwartier kwamen we aan op Schiphol.
Op Schiphol namen we afscheid van Rens en kwamen we Roberto Plomp tegen.
Roberto Plomp is onze reisleider. Het is een privé reisleider die Suriname goed kent.
Hij heeft in Suriname gewoond en is daar opgegroeid.
Maar eerst gingen we op Schiphol onze koffers inchecken.
Irene had ons verzocht om haarelastiekjes mee te nemen.
In Suriname kon Irene geen elastiekjes vinden. Dus we kochten haarelastiekjes voor Irene.
Na deze boodschap voor Irene konden we terug naar de vertrekhal.
We gingen door de douane en door de handbagagecontroles naar de gate.
Vlak voor de gate waren we Roberto kwijt geraakt.
Susan ging Roberto bellen, maar Roberto was vlakbij,  net om de hoek.
Samen met Roberto liepen we naar gate 8.
Daar stond het vliegtuig al klaar. Tijdens het wachten liet Roberto een paar boeken zien.
De boeken gaan over orchideeën, vogels en slangen van Suriname.
Na een lange tijd wachten konden we om 15.00 het vliegtuig instappen.
We vlogen met de Airbus 340-300 van Surinam Airways.
Helaas zat niemand van ons bij het raam, maar we zaten in het midden.
In het vliegtuig had iedereen een eigen schermpje, alleen die deed het erg slecht.
De stewardess moest het af en toe resetten.
Het vliegtuig steeg om 15.45 op vanaf de polderbaan.
Het vliegtuig vloog over de Noordzee, richting Verenigd Koninkrijk, over Zuid Engeland,
over de Atlantische oceaan voor het grootste gedeelte naar Suriname.
De eerste maaltijd kregen we om 16.50.
Je kon kiezen tussen vis of kip. Ik nam kip. Niels en Susan namen vis.
Het gerecht was een beetje pittig. In de maaltijd zat ook rijst, groente, een broodje, aardappelsalade en een cakeje erbij. Dat nam ik als toetje en ik dronk er Fernandes bij.
Fernandes is een Surinaams frisdrankmerk. Een soort sinas/cassis/ energiedrank.
Later kreeg ik nog cola en een kopje koffie. Verder ging ik onderweg puzzelen, lezen, een spelletje spelem en Surinaamse muziek luisteren voor de sfeer. Later kreeg ik nog een lekker ijsje.
Rond 17.15 waren de laatste 200 km aangebroken.
Ik probeerde nog te slapen in het vliegtuig, maar dat lukte niet echt.
We kregen rond 17.45 de volgende maaltijd. Dat was nasi met kip en stukjes appel.
Verder ging ik berekenen hoeveel kilometer nog te gaan was.
Op het schermpjes werd dat in miles aangegeven, dus ik ging dat berekenen.
Ik kreeg nog een kopje thee en buiten begon het donker te worden.
Door het raam zag ik de rode gloed en de wolken. Dit leek net op het regenwoud.
We kregen van de stewardessen een verblijfsformulier.
Daarop moesten we invullen hoe lang wij in Suriname verblijven.
Circa een uur voor de landing kregen we een envelop met kortingsbonnen van winkels in Paramaribo.
Vlak voor 20.00 ging het vliegtuig landen op Johan Adolf Pengel internationaal Luchthaven.
De luchthaven van Paramaribo. Even voor de landing ging de stewardess sprayen tegen muggen.
Bij de landing gingen de passagiers applaudisseren. Na 20.00 verlieten we het vliegtuig met de trap.
In de aankomsthal gingen we door de douane.
Bij de douane lieten we onze paspoorten en toeristenkaarten stempelen.
Daarna gingen we onze koffers ophalen op de lange lopende band.
Mijn koffer kwam als laatste op de band. Om 21.15 verlieten we de luchthaven.
Buiten op de luchthaven werden we door de huisbaas opgehaald.
We stapten in de auto en reden naar het huisje in Paramaribo. Onderweg vertelde Roberto meer over Suriname. Buiten was het donker en we zagen af en toe vleermuisjes overvliegen.
Rond 22.30 kwamen we aan in het huisje. We gingen de kamers verdelen en ik ging gelijk slapen.

Dag 2

11 oktober
Ik werd wakker om 8.00. Roberto had al boodschappen gedaan voor het ontbijt.
Hij had onder andere eieren en spek gekocht en dat heb ik gebakken voor het ontbijt.
We gingen rond 8.30 buiten ontbijten. Roberto had ook een Turkse worst gekocht en die is erg lekker op brood. Schuin boven ons  zweven kalkoengieren.
Ik hoorde een grietjebie. Dat is een bekend Surinaams vogeltje.
Het is een geel vogeltje en die maakt het geluid van: “Grietjebie”.
Ook zagen we bij een struik een groene kolibrie.
Na het ontbijt ging ik naar mijn kamer en deed ik de gordijnen open en bekeek mijn uitzicht.
Ik zag op de achtergrond een onafgebouwd huis met daarvoor een veld met wilde planten.
Daarna ging ik naar buiten met mijn camera’s en filmde de kolibrie en een hagedis.
Roberto liet een grietjebie zien. Rond 10.00 wandelen we door de wijk waar we zitten.
Roberto liet veel bomen, planten en dieren zien.
We zagen diverse vogels, zoals: enkele grietjebie’s, leljacana’s, steltlopers, een zilverreiger, twee kleine blauwe reigers en een slakkenwouw. Onderweg zagen we tempels en huizen.
We liepen verder naar de Kwattamarkt. Dat is een overdekte markt in Paramaribo.
Bij de markt is ook een geldautomaat. Niels probeerde geld op te nemen, maar er was een storing.
Op de Kwatta markt verkopen ze groente, fruit, vlees en vis. Roberto vertelde over de groentes, vruchten, vis en het wilde vlees van Suriname.
Als vlees verkochten ze vlees van de gordeldier en de paca.
Een paca is een groot knaagdier. Daarna gingen we met een taxi naar het huisje.
We moesten op tijd terug zijn, omdat we met Irene om 12.00 uur bij het huisje hebben afgesproken.
Roberto bleef op de markt achter om wat groente en fruit te kopen.
Rond 12.00 uur arriveerde Irene bij het huisje en zij vertelde wat ze heeft al heeft meegemaakt.
Susan gaf Irene de reserve telefoon en ik gaf mijn Simkaart aan Irene.
Verder zaten we lekker buiten. Op de achtergrond hoorde ik de buren ruzie maken.
Roberto kwam terug met eten van de markt. Erik ging een mango slachten en groene sinaasappelstukjes uitdelen. Een fruitige lunch. Daarna gingen we lunchen met brood.
Na de lunch gingen we boodschappen doen in een Surinaamse supermarkt.
Veel Surinaamse supermarkten hebben tegenwoordig Chinese eigenaren en verkopen ook producten van Nederlandse huismerken. Na het boodschappen doen gingen Roberto en Susan koken.
Terwijl ze kookten, ging Irene lekker in de hangmat liggen en Erik ging een boek lezen over slangen.
Even later toen Erik na het handen wassen, zijn handen ging afdrogen gleed hij uit over de vloer.
Hij ving de klap op aan het wasrek, maar die ging kapot. Niels ging het rek repareren.
Susan ging de vloer even dweilen, zodat de vloer droog is. Rond 18.00 uur gingen we eten.
We aten gekruide vis, rijst en Poe. Poe is een lange komkommersoort.
Als toetje namen we ijs met stukjes chocolade wat ik zelf heb uitgekozen.
Na het eten gingen Roberto en Susan Irene terug brengen. Erik en Niels gingen afwassen.
Later kwamen Susan en Roberto terug. Rond 21.00 uur ging Erik naar bed.

Dag 3

12 oktober
Om 8.00 uur maakte Susan mij wakker. We gingen ontbijten.
Na het ontbijt gingen we overleggen wat we deze dag gingen doen.
We gingen deze dag Paramaribo verkennen.
Met de huurauto reden we naar een vertrouwde bewaakte parkeerplaats in de stad.
Roberto kende een paar goede winkels, waarvan hij ook persoonlijk nog wat mensen kende.
We gingen eerst naar een winkel waar ze lappen en survivalspullen verkopen.
Roberto kocht daar een machete. Dat is een groot kapmes voor in het regenwoud.
We kochten ook een tafelkleed voor mijn woning en hangmatten.
We liepen verder door de stad, langs een houten kerk naar een souvenirwinkeltje.
De vrouw die in dat winkeltje werkt herkende Roberto nog van vroeger.
Erik heeft verteld over zijn animaties en de reis die wij nu doen.
Erik heeft een visitekaartje gegeven met zijn website en zijn youtubekanaal over de animaties.
We hadden niks gekocht want we hadden nog geen geld.
We liepen naar een bank om geld te gaan pinnen. Zodat wij ook Surinaamse dollars hebben.
In deze ochtend gingen we een stadswandeling maken door Paramaribo.
We liepen langs de kathedraal. Deze kathedraal is helemaal van hout gemaakt.
We liepen de straat door naar het onafhankelijkheidplein.
Daar kon Erik nog net even een panoramabeeld maken, maar we wilden weer verder lopen.
Door de palmentuin, even stil. Je hoorden in de palmentuin de vogeltjes op de achtergrond.
Na de palmentuin liepen we naar Fort Zeelandia. Erik begon het fort te filmen en zag opeens een groene leguaan. Hij filmde de hagedis die naar de muur liep.
In de muur is een gat waar nog een andere leguaan woont.
Er zijn in het fort dus twee groene leguanen. Bij het fort staan ook een aantal kanonnen.
Erik wilde graag op de foto met een kanon erbij. Een stoere foto.
Erik maakte nog een panorama van de Surinamerivier bij de waterkant.
Met op de achtergrond de Jules Wijdenboschbrug, de grote brug van Paramaribo over de rivier.
We liepen verder langs de waterkant naar de parkeerplaats.
Daar stapten we in de auto en we brachten Erik naar de dierentuin van Paramaribo.
De dierentuin van Paramaribo heeft veel dieren die in Suriname voorkomen.
De eerste dieren die ik zag waren de roodhandtamarins in een kooi.
Maar op de achtergrond in de bomen zag ik wilde doodskopaapjes.
Ik filmde en fotografeerde de aapjes en daarna ook de andere dieren.
Andere apen die ze hebben zijn Kapucijnerapen, brulapen en slingerapen.
Verder zag ik in de dierentuin een ocelot, margay en een jaguarundi.
Dat zijn kleine katten die in Zuid Amerika voorkomen.
Andere dieren die ik zag zijn twee jaguars, een agoeti, een miereneter, woudschildpadden,
een brilkaaiman, een tapir, toekan, ara’s, papegaaien, anaconda’s, reuzenotters en zwijnen.
Verder heeft de dierentuin een vivariumgebouw met vissen, hagedissen en slangen.

De slangen werden gevoerd en kregen lieve kuikentjes.
Ik filmde dat een slanke boomboa een kuikentje ging wurgen en ging opeten.
Het zag er ook een beetje zielig uit voor het kuikentje, maar zo is de natuur, eten en gegeten worden.
De verblijven in de dieren bestond voornamelijk uit kooien met gaas.
Veel verblijven zijn buiten en de dierentuin is ook arm.
Een aantal vernieuwde verblijven van de anaconda, miereneter en de reuzenotters zijn gesponsord door Artis en Diergaarde Blijdorp en ontworpen door Erik van Vliet.
Hij ontwerpt veel dierenverblijven in dierentuinen, voornamelijk in Dierenpark Amersfoort.
Deze verblijven hebben ook glas en meer educatie, net als in een Nederlandse dierentuin.
Na een paar uur was ik klaar in de dierentuin en ging ik naar de uitgang.
Daar zaten Roberto, Niels en Susan op mij te wachten.
Ik liet aan de anderen zien dat er naast de dierentuin doodskopaapjes leven.
En die gingen we bekijken en we gingen opnames maken.
Na de dierentuin gingen we naar een plek om wat te gaan eten.
Een plek aan het water, waar we later in deze reis op dolfijnentour gaan.
Maar de restaurants zijn dicht. Wel gingen we even kijken bij de rivier en zagen vieroogvissen.
Na deze plek gingen we terug naar ons huisje.
Vlak voor het huisje zag ik een rat die als een speer in de buis schoot.
We gingen boodschappen doen en Susan ging koken.
We aten hamburgers met rijst en roerbakgroente. En ijs als toetje.
Roberto ging nog een SIM kaart kopen voor zijn telefoon.
We gingen voor de volgende dag onze tassen inpakken.
Rond 20.00 uur ging ik naar bed.

Dag 4
13 oktober
Ik werd rond 6.30 wakker. We gingen ontbijten en een lunchpakket maken.
Daarna werden wij door de huisbaas gebracht naar het centrum van Paramaribo.
Vanuit Paramaribo gingen we met de bus verder volgens het plan.
We waren nog aan de vroege kant om met de bus te gaan rijden.
Onze tassen brachten we alvast in de bus en we gingen eerst een markt bezoeken.
Roberto liet weer meer vruchten en noten zien van Suriname.
Rond 9.00 uur gingen we met de bus naar Atjoni, een dorp in het binnenland van Suriname.
De bus waar wij inzaten kwam uit China, Japan of uit een ander Aziatisch land.
We reden eerst naar een sloppenwijk van Paramaribo.
Daar maakte we voor een woning een stop. Er gingen goederen en een mevrouw mee.
Zij ging naar een van de dorpen in het binnenland van Suriname.
Onderweg zag ik de regenwouden van Suriname. De grote groene bomen met het bladerdak.
Maar bij de weg zag ik ook ontbossingen en bosbrandjes.
Als het om kleinschalige ontbossingen gaan, dan kan dat nog makkelijker herstellen.
Onderweg bij een school stapten een groep schoolkinderen in.
Deze kinderen gingen van school naar huis en konden met de bus meeliften.
Even verderop dorp voor dorp werden de kinderen thuis gebracht.
Aangekomen in Atjoni gingen we met een lange motorboot verder de rivier op.
De boottocht die we gingen maken duurden 2 uur.
Onderweg zagen we gieren, zwaluwen, ijsvogels, vlinders en kleine reigers.
We passeerden stroomversnellingen en een ondiep gedeelte.
Bij het ondiepe gedeelte moesten wij even uit de boot stappen en op een rotsbank liepen we verder.We liepen naar het eind van de rotsbank en stapten daar weer in de boot.
We vaarden naar Gunsi, een dorp van de Marrons.
Marrons waren de vroeger slaven die uit de plantages wisten te ontsnappen.
En in het regenwoud dorpen stichten en een eigen bestaan wisten op te bouwen.
Ze kregen hulp van de indianen om te overleven in het regenwoud.
Aangekomen in Gunsi verlieten wij de boot en liepen via trappen naar het dorp.
We werden door Koksi ontvangen en kregen wat te drinken.
Ze hadden mangosap en Parbobier.
Daarna gingen we naar het huisje met een uitzicht over de rivier.
Het huisje heeft 3 slaapkamers, maar we verbleven in 2 slaapkamers en ze waren nog niet af.
Erik heeft het dorp verkend en zag vogeltjes en hagedisjes.
In het dorp is een kooi met een blauwgele ara, een agoeti en twee woudschildpadden.
Na deze verkenning ging Erik zwemmen in de rivier. Zwemmen tussen de piranha’s.
Tussen de piranha’s? Ja dat kan als je geen verwondingen hebt.
Koksi had een kumalu gevangen, dat is een piranha die waterplanten eet.
Ondertussen ging Niels ook zwemmen.
Erik ging samen met Roberto paddenstoelen en palmbomen fotograferen.
Even later gingen we met zijn allen wandelen door het regenwoud.
We zagen vlinders, planten, kikkervisjes, libellen en andere insecten.
Na de wandeling gingen we naar het huisje en zagen we een ijsvogel en een visarend.
We bekeken de vogels met de verrekijker.
Rond 19.00 uur gingen we eten. We aten cassavesoep met rijst.
Daar bij zat ook kip en bakbanaan in.
Na het eten gingen Erik en Roberto op safari in het donker met de hoofdlampjes en de machete.
Roberto leerde aan Erik hoe je wilde dieren kan zien als je erop schijnt.
We zagen diverse kikkers en spinnen, waarvan ook de Braziliaanse trekspin.
Dat is de giftigste spin ter wereld. Van de kikkers zagen we boomkikkers en fluitkikkers.
Fluitkikkers zijn grote kikkers en zijn zo groot als je hand.
Verder zagen wij een opossum, parasolmieren, een nachtvlinder en nachtzwaluwen.
Maar het hoogtepunt was dit keer de slanke boomboa.
Een kleine bruine boasoort. Deze slang is een wurgslang en niet giftig.
Roberto speelde met een de machete bij de slang.
Hier heeft Erik leuke opnames gemaakt.
Terug in het huisje gingen we slapen. Niels en Susan sliepen al.


Dag 5 oktober

We gingen opstaan en naar de ontbijttafel.
Bij het ontbijt kregen we omelet, banaantjes, broodjes en pompelmoes.
Erik nam geen pompelmoes en Susan geen omelet.
Na het ontbijt gingen we wandelen met Esmee. Esmee is een dorpsbewoner met een kostgrond.
We liepen met Esmee naar haar kostgrond. Een kostgrond is een soort moestuin.
Maar dan zijn de gewassen verspreid gezaaid op een platgebrand stukje regenwoud.
Dat is de reden waarvoor mensen een stukje regenwoud verbranden, voor de kostgrond.
En na een paar jaar laten ze het regenwoud weer dichtgroeien en herstellen.
Op de achtergrond is nog een kostgrond wat ondertussen aan het herstellen is.
We gingen Esmee ook helpen met zaaien van de gewassen.
Met een machete en een soort schoffel werd de grond los gemaakt.
We zaaiden watermeloen, nappi’s (soort aardappelen) en cassave’s.
Een plaagdier dat hier voorkomt, zijn halsbandpekari’s, een soort zwijnen.
De dieren eten de cassave’s en andere gewassen op.
Na de hulp die we aan Esmee hebben gegeven gingen we terug naar het dorp, naar ons huisje.
In het huisje aten we wat paranoten en banaantjes en we genoten van het uitzicht.
Om 13.00 uur gingen we lunchen. We aten de kumalu met cassave en rijst.
De maaltijd vulde goed. Daarna gingen we in het water afkoelen.
Rond 15.00 uur gingen we weer wandelen in het regenwoud.
We zagen vlinders, waarvan een kleine mooie blauwe vlinder.
Verder nog kikkers, vogeltjes en boven ons hoofd vlogen caracara’s.
Het is mij gelukt om deze vogels  te filmen.  Later zag ik er nog een caracara of een koningsgier.
Terug in het huisje zag ik blauwe tjings/ tangara’s. Dat zijn kleine zangvogels.
Aan de overkant zagen wij een groep toeristen of stagiaires die met de boot ergens naar toe gingen.
Rond 19.00 gingen we eten. We aten rijst met doorgebakken kip met bittere groente.
Na het eten gingen Roberto en Erik op safari.
We gingen bij de rivier kijken wat voor dieren we hier vinden.
We zagen kikkers en padden. En daarvan ook grote padden en grote fluitkikkers.
Een grote pad ging tegen Erik op springen en Erik schrok van de kikker.
Ook zagen we boomkikkers, krabben en slakken.
Bij de rivier zijn er veel muggen en andere insecten waar je gek van werd.
De amfibieën hebben daar genoeg te eten.
Na de safari gingen Erik slapen en Roberto ging nog even verder met de kikkers fotograferen.
Hij moest even zijn batterijen vervangen, omdat ze leeg waren.

Dag 6
15 oktober
Ik werd om 7.15 uur wakker en zag ochtendnevel boven het water.
We kregen van Esmee cadeautjes. We kregen kalebassen en twee kleedjes.
Roberto gaat een kleedje aan zijn zus geven.
Het andere kleedje en de kalebassen nemen Erik, Niels en Susan mee.
We gingen ondertussen onze spullen inpakken.
Om 8.00 uur gingen we ontbijten. We aten omelet met tomatenketchup.
Susan kreeg pacu, omdat zij geen omelet kan eten.
Verder aten we nog broodjes met banaan. Na het ontbijt pakten we onze spullen in.
We gingen naar de oever en wachten op de boot.
Rond 9.30 uur kwam de boot aan en we vaarden naar Atjoni.
In de boot zat een lek. Erik propte zijn zakdoek in het lek, om te voorkomen dat de boot niet zinkt.
Onderweg zagen we kalkoengieren boven ons zweven.
Aangekomen in Atjoni ging Erik zijn zakdoekje laten drogen.
Door eerst uit te knijpen en daarna te laten wapperen in de zon en in de wind.
Daarna gingen we rond 11.15 met de bus naar Paramaribo.
In de bus zat een jonge dame met een peuter die onderweg een schone luier kreeg.
Het was toevallig dezelfde bus als op de heenweg.
Rond 14.00 uur kwamen we aan in Paramaribo.
Aangekomen in Paramaribo gingen we geld pinnen en een broodje eten.
We aten een Surinaams broodje met varkensvlees.
Daarna ging Roberto nieuwe schoenen kopen, want zijn schoenen waren in Gunsi kapot gegaan.
En wij gingen een boekenwinkel bezoeken.
Erik kocht een kookboek en een boekje over de voormalige spoorwegen van Suriname.
Daarna liepen we door Paramaribo. We gingen langs twee monumenten.
Eentje van de tweede wereldoorlog en eentje van de afschaffing van de slavernij.
Het Kwakoebeeld.Daarna gingen we eten kopen op de Kwattamarkt.
We kochten cassave, napi’s, bakbananen en sinaasappels.
Na het boodschappen doen namen we een taxi naar ons huisje.
Terug in het huisje gingen we onze spullen uitpakken en Erik ging een mango snijden en uitdelen.
Roberto ging nog wat boodschappen doen en we gingen onze kleren wassen.
Roberto ging daarna koken en even later gingen we eten.
We aten cassavesoep met kip, napi en madame Jeannette (peper). Verder aten we cassavebrood.
Na het eten gingen we overleggen wat we de komende dagen gaan doen.

Dag 7

16 oktober
De ochtend ging Erik de laatste eieren bakken voor het ontbijt.
We hadden een lekker ontbijt en Roberto ging proberen een jeep te regelen.
Een jeep voor een excursie naar Brownsberg, maar dat is niet gelukt.
We gingen uiteindelijk andere dingen doen.
We vertrokken rond 9.00 uur naar Fort Amsterdam.
Dat is een fort van de voormalige WIC en hier komen de Surinamerivier en Commewijnerivier samen.
We parkeerden de auto bij de mangrove vlakbij het fort. Bij het fort zagen we veel dieren.
We zagen eerst een bananenvogel en vele grietjebie’s.
Bij de mangrove zagen we wenkkrabben met zijn holletjes, kleine blauwe reigers en snippen.
Verder zagen we twee reuzenteju’s. Een reuzenteju is een grote hagedis.
Bij het fort staat ook een rode sluis die door Nederlanders zijn ontworpen.
We hebben ook in het fort het openluchtmuseum bezocht.
Daar was een tentoonstelling over de slavernij, West Indische Compagnie en het Surinaams leger.
De tentoonstelling over het Surinaams leger ging over de tweede wereldoorlog en de Koreaoorlog.
Daar heeft het Surinaams leger meegedaan.
In een andere ruimte was een tentoonstelling met diorama’s met huisjes van de WIC.
Erik kreeg hier veel inspiratie van deze huisjes en hij maakte veel foto’s.
Daarna gingen we naar het voormalige plantage Mariënburg.
Daar was vroeger een fabriek waar suiker en rum werd gemaakt.
Mariënburg bestaat nu uit ruines en treinwrakken die steeds slechter worden.
In de ruines leven ook bijen en wespen. Roberto liet verder de moerassen zien achter Mariënburg.
Na het bezoek aan Mariënburg reden we richting Paramaribo.
Onderweg kwamen we Tamanredjo, een dorp waar veel Javanen wonen.
Hier heeft Erik op schaafijs getrakteerd. We namen schaafijs met passievruchtensiroop.
Daarna reden we met de auto over de Jules Wijdenboschbrug naar Paramaribo.
In Paramaribo gingen we boodschappen doen in een andere supermarkt voor de afwisseling.
Ook hier waren producten uit Nederlandse supermarkten, inclusief huismerken.
Na het boodschappen doen gingen we naar het huisje waar Irene verblijft.
Aangekomen bij het huis van Irene gingen we de telefoons en de SIM kaarten omwisselen.
We nog even kennis gemaakt met een paar huisgenoten van Irene.
Daarna reden we terug naar ons huisje en Roberto ging voor ons koken.
Ondertussen ging Erik op Elly wachten. Elly is een vriend van Roberto en Margriet.
Met de taxi kwam Elly aan.We gaven de telefoon aan Elly.
Elly ging er gelijk weer vandoor en wij gingen eten.
We aten BB met Bruine bonen met rijst met verder bakbananen.
Als toetje namen we cocosijs. Na het eten ging Erik zijn klamboe dichtnaaien en lekker slapen.

Dag 8

17 oktober
Deze dag was Erik precies 4 jaar geleden naar India gegaan. Dus deze reis duurde langer dan in India.We ontbeten deze dag met bruine bonen van de vorige dag.
Rond 8.30 uur gingen we op pad. We reden naar de palmentuin in het centrum van Paramaribo.
Bij de palmentuin is ook een fietsverhuur Zus en Zo, tegenover de palmentuin.
We gingen hier fietsen huren en maakten een fietstocht naar de Plantage Peperpot.
Irene zou ook meegaan, maar zij had de afgelopen avond een feestje gehad.
We fietsten eerst naar de Waterkant. Het is even wennen met het links rijden.
Bij de waterkant namen we een bootje naar de overkant van de rivier.
Onderweg zagen we het Duitse scheepswrak en schaarbekken die overvlogen.
Aan de overkant waren uit de stad Paramaribo en we reden naar de Plantage Peperpot.
Het gebied tussen de plantage en Paramaribo is het een stuk rustiger, dan in de stad.
Maar de weg wordt slechter en zachter. Van asfalt naar een zandweg.
Aangekomen in Peperpot parkeerden we onze fietsen en gingen wandelen.
We wandelden door de voormalige plantage Peperpot, wat nu een natuurgebied is.
De plantage is ook verwilderd met muren van Heleconia’s of papegaaibloemen.
Er leven in Peperpot ook wilde dieren, zoals doodskopaapjes, kapucijneraapjes,
grietjebie’s en hagedissen. Waarvan ook een reuzenteju.
We naderen een bezoekerscentrum, dat nog niet gereed is. Wel bijna.
In de middag was hier een markt, maar daar zijn wij niet geweest.
We liepen dezelfde weg terug naar onze fietsen.
Onderweg zagen we kapucijneraapjes die makkelijker te zien waren.
Na de natuurwandeling gingen we naar de voormalige plantagewoningen.
We bleven daar kort om even wat foto’s te kunnen maken.
We reden terug naar de haven. Onderweg zagen we een dode reuzenteju.
Aangekomen bij de haven gingen we even wat drinken.
Daarna gingen we met de boot naar de waterkant in Paramaribo.
Aan boord waren nog twee andere Nederlandse toeristen met fietsen.
De boot werd wilder en ging schommelen tot aan de waterkant.
Aangekomen bij de waterkant verlieten we de boot en fietsten we terug naar de verhuur.
Bij de verhuur leverden wij onze fietsen in en Roberto regelde de dolfijnentour voor de volgende dag. Daarna wandelden we door Paramaribo naar de waterkant.
Bij de waterkant dronken we ijskoffie. Lekker verkoelend met de warmte.
Na deze verkoeling gingen we naar de auto en reden we naar een fastfoodketen.
Fastfoodketen Joosje was Roberto’s eerste keus, maar die was deze dag dicht, dus we gingen naar een andere fastfoodketen met een drive variant.
Daar hebben we vier roti’s gehaald met aardappel en kip.
Daarna gingen we bij een Surinaamse bakker broodjes voor de volgende dag kopen.
Na deze boodschappen gingen we naar het huisje en gingen de roti’s eten.
Omdat er in de roti geen groente inzat ging Erik een fruitsalade maken van mango en sinaasappels
Verder hebben we nog contact met Irene gehad om naar Jodensavanne te gaan.
Maar dat ging niet door.

Dag 9

18 oktober
We gingen lekker ontbijten en namen een rustige ochtend. Even geen uitje.
Rond 10.00 uur gingen we het centrum in om de dolfijnentour te betalen.
Roberto had al gereserveerd, maar we moesten voor 12.00 uur betalen.
Na de betaling maakten we een stop bij de grote moskee en de synagoge.
Deze heilige gebouwen staan opvallend naast elkaar en dat gaat gelukkig vreedzaam.
Daarna reden we naar de Kwattamarkt. We kochten op de markt wat fruit.
Dat waren sinaasappels, een watermeloen en knippa’s. Knippa’s zijn een soort lychees.
Na de markt gingen we naar het huisje om te lunchen.
We aten zoete broodjes en het fruit van de markt.
Na 15.00 uur gingen we op weg naar de dolfijnentour.
Bij de haven moesten we nog even wachten op onze gids en met welke boot varen we?
Na een uurtje wachten gingen we een gids aan boord.
We vaarden langs Ford Amsterdam, naar de monding van de Commewijne rivier.
Daar leven bij een bepaalde waterstand dolfijnen.
Het gaat om de Guyana dolfijn, deze dolfijn wordt ook Costero genoemd.
Het is een kleine grijze dolfijn met een roze buik.
Onderweg kregen we bananenchips en andere zoutjes. En verder nog wat drinken.
Op een gegeven moment zette de gids de motor stil.
En we zagen de dolfijnen uit het water komen. Erik filmde en fotografeerde de dieren.
Roberto heeft ook hele mooie foto’s gemaakt van de dolfijnen.
Je zag voornamelijk de rugvin en met wat geluk ook de kop.
Na de tour gingen we aan wal bij Frederiksdorp. Daar gingen we wat eten.
Frederiksdorp heeft een rode sluis van de voormalige plantage.
We aten loempia’s, soort hartige donuts van kikkererwten en gebakken banaan met pindasaus.
Dat was lekker. In het dorp was ook een man met een oranjevleugelamazone, een papegaai.
De papegaai kon je op je schouder laten zitten voor een leuke foto of een selfie.
Het begon weer donker te worden we maakten mooie foto’s van de zonsondergang.
Na deze stop in Frederiksdorp vaarden we met de boot naar de haven.
Bij de haven namen we afscheid van de gids en we reden met de auto terug naar het huisje.
In het huisje aten we nog wat chips.
Rond 22.45 arriveerde Irene weer bij ons en we gingen slapen.

Dag 10

19 oktober
We gingen ontbijten met Irene aan tafel.
Na het ontbijt gingen we met Roberto overleggen wat we deze dag gaan doen.
Oorspronkelijk was het plan om 4 dagen naar Bigi Poika te gaan. Een Indianendorp in het regenwoud.
Daar gaan we wild kamperen. Maar Robin (een vriend van Roberto en de lokale gids) had autopech.
Dus we hebben het plan gewijzigd. We moeten een andere auto regelen.
Robin regelde een andere auto met vierwielaandrijving en de overnachtingen.
Ondertussen liep er door het huis een gekko die Erik probeerde te fotograferen. Maar dat lukte niet.
Roberto had Robin te pakken gekregen en hij heeft een andere auto geregeld.
We konden eindelijk toch op stap gaan. Om 14.00 uur kwam Robin en Bryan ons ophalen.
We gingen naar Bigi Poika/ Boven Coesewijne/Gusterie.
De eerste tussenstop was op Zanderij. Een dorp bij de luchthaven met dezelfde naam.
Daar gingen we boodschappen doen voor de komende dagen.
Even later verderop was de volgende stop bij een monument van een vliegtuigramp.
In Suriname was een vliegtuig neergestort en daar is een monument voor geplaatst.
Bij het monument zijn er ook bomen met cashewappels. De appels waar cashewnoten groeien.
De appels kun je eten en smaken erg droog. Erik nam nog een appel mee voor straks.
Erik heeft ook voor een zandverzamelaar wat witte zand in een zakje gedaan en meegenomen.
Bij de volgende stop ging Bryan een tandenborstel kopen, want hij was dat vergeten.
Daarna reden we van de geasfalteerde weg naar een rode zandweg, naar een witte zandweg verder.
We reden door de savanne en door het regenwoud naar Gusterie.
Gusterie is een eenvoudig resort waar we gaan overnachten.
Robin vertelde dat daar jaguars en anaconda’s leven.
Rond 17.00 uur arriveerden we in het kamp en gingen onze hangmatten ophangen in een hut.
Roberto gaf instructies over het ophangen van de hangmatten.
Erik moest de hangmat gedeeltelijk met Roberto overdoen. Maar het is uiteindelijk gelukt.
Daarna gingen Erik, Niels en Irene even afkoelen in de beek bij het kamp.
Na de verkoeling ging Erik even alleen een wandeling maken en vond een glimworm.
Dat is een soort kever met groen verlichte ogen. Verder hoorde Erik bij de vijvers de kikkers kwaken.
Even later gingen Irene met Robin en Bryan met de boot op pad om te gaan vissen.
Ze hadden uiteindelijk niets gevangen. Dus Irene en Niels gingen aan wal vissen.
Ze vingen pataka’s. Die worden ook wolfsvissen genoemd.
Intussen ging Erik een kampvuur maken met bamboe en palmbladeren.
Roberto ging koken en de vis bakken voor het diner.
We aten dit keer vrij laat rond 21.30 uur. Het eten bestond uit wolfsvis, rijst en erwtjes.
Na het eten gingen Erik en Roberto wandelen door het regenwoud.
Ze vonden jaguarsporen, maar verder weinig dieren.
Wel een slanke boomboa , parasolmieren en opossum die in het holletje kroop.
Na de wandeling gingen Erik en Roberto slapen. De rest sliep al.

Dag 11

20 oktober

Rond 8.00 uur werden we wakker. Niels en Roberto hadden allebei waarschijnlijk gesnurkt.
We gingen ontbijten en na het ontbijt ging Erik de borden en een mes afwassen in de beek met zand.
Toen Erik het mesje ging wassen, sneed hij in zijn vinger en gilde van de schrik.
Al gauw gaf Irene Erik een pleister om zijn vinger.
We gingen onze spullen inpakken en op weg naar de volgende overnachting.
We gingen naar Boven Coesewijne, een nationaal park waar we wild gaan kamperen.
Onderweg reden we door Bigi Poika, een indianendorp waar de Caribische indianen wonen.
Aangekomen in Bigi Poika maakten we een stop en zagen we zwaluwstaartwouwen zweven.
We maakten een klein praatje met de bevolking van Bigi Poika.
Verder zagen we een grijze roofvogel met een gekleurde snavel.
Eigenlijk maakten we een autotochtje door het dorp Bigi Poika en bekeken de huisjes en gebouwen.
Bij een winkeltje gingen we even wat drinken en ijs voor de koelbox kopen.
Na het bezoek van Bigi Poika reden we verder door de natuur naar het kamp.
We reden door de savannes en regenwouden over een zandweg waar af en toe een boom was omgevallen.
Hier liepen wegen om de omgevallen bomen langs.
Robin en Bryan gingen een route zoeken om verder te kunnen rijden.
Bij een boom konden we niet verder en Erik en Irene probeerde de boom door te breken.
De boom was al gedeeltelijk gezaagd en/of gehakt. Erik ging met zijn zakmes de stam doorzagen.
Maar dat lukte niet helemaal en we gingen in de auto wachten totdat we verder konden.
We hadden honger en Irene zei: Open een zak chips! En we aten lekker wat chips.
Even later kwamen Robin en Bryan weer bij de auto . Zij hebben een omweg gevonden.
We konden gelukkig met een omweg verder rijden en moesten voor het laatste stuk gaan lopen.
We moesten gaan lopen, omdat op de weg de grote en onhandige hobbels zijn.
Na een halfuurtje kwamen we aan bij de rivier waar we ons kamp op gingen zetten.
We verkenden het terrein en aten een watermeloen.
We legden een blauw zeil op de grond om daarop te kunnen gaan lunchen.
In de wind op de achtergrond hoorden we de vogeltjes fluiten met het bekende jungle melodietje.
Na de lunch gingen we de hangmatten ophangen voor de nacht.
De bedoeling is dat we hier voor twee nachten gaan verblijven, maar dat verloopt anders.
Later vertel ik hier meer over. Daarna ging Erik hout sprokkelen voor het kampvuur.
Irene ging samen met Robin hengels maken om straks er mee te kunnen vissen.
Ondertussen zag Erik een blauwe morfovlinder die ging Erik filmen.
Na een tijdje waren de hengels klaar en we gingen vissen.
Erik, Irene, Niels en Susan vingen helaas niks. De vissen hebben het aas weg geknabbeld.
Erik zag een kalkoengier van heel dichtbij en Niels ging in het water naar kleine visjes kijken.
Niels zag kleine meervalletjes en andere kleine visjes die je in Nederland in aquaria ziet.
Ondertussen ging Roberto de rijst koken. En Robin had in Gusterie een zandvlo in zijn teen gekregen.
Irene probeerde samen met Bryan de zandvlo te verwijderen. Dat was niet gelukt.
Roberto ging met groente een prutje maken en Erik ging nog meer hout sprokkelen voor het vuur.
Rond 17.30 uur begon het te regenen en te onweren. We gingen in de auto schuilen.
Maar het dak was open en binnenin de auto werd het ook nat.
We moesten de motor van de auto aan doen om het dak dicht te doen.
Na de regen konden we gaan eten.
We aten rijst, groenteprutje en de visjes die Robin en Bryan hebben gevangen.
Na de maaltijd gingen we met zijn allen op wandelsafari.
We hadden dit keer niets gezien. Alleen wat spinnen.
Erik en Roberto gingen nog langs het water lopen .
Ze zagen in de verte rode oogjes. Erik filmde de rode oogjes, maar wist niet wat het was.
Na de wandeling gingen we slapen.


Dag 12

21 oktober
De zon ging op en we werden wakker.  Op de achtergrond hoorden we brulapen.
Het kamp aan de rivier viel toch voor vele tegen en we besloten om terug te gaan naar Gusterie.

De redenen zijn: dat de oever van de rivier te modderig is en was te weinig vis.

We gingen ontbijten en daarna onze spullen inpakken.

Maar voordat we verder gingen was er op de weg een boom gevallen.

Een ander kampgenoot die niet bij ons hoorde ging de stam wegzagen.

We konden langzamerhand het kamp verlaten en liepen het eerste stuk over de zandweg.

Op de weg zagen we nog een stam wat de weg blokkeerden en die hebben we samen opzij gelegd.

Op de stam gingen we wachten op Robin en Bryan die ons met de auto op gingen halen.

We reden verder door de savannes en de regenwouden naar Gusterie.

Onderweg staken een neusbeer en tayra (een marter) over.

En vlak voor het kamp zagen we een kinkajoe, een rolstaartbeer.

De rolstaartbeer is verzwakt, ziek en gewond. Robin pakte de rolstaartbeer.

Erik filmde de rolstaartbeer en we deden het dier in de auto.

De rolstaartbeer heeft Robin en Roberto ondertussen gebeten.

Aangekomen in Gusterie hadden we de rolstaartbeer bij de beek los gelaten.

De rolstaartbeer zwom naar de overkant en Erik heeft het dier gefilmd.

Daarna verdween de rolstaartbeer in de bosjes.

We zijn de auto aan het uitpakken en de hangmatten ophangen.

Roberto en Robin smeerden een soort olie over de beetwond van de rolstaartbeer.

We gingen daarna afkoelen in het water, lekker lunchen en slapen in de hangmat.

Na de siësta gingen Niels en Irene kanoën in de beek. En daarna ging Erik met Irene kanoën.

Ze vaarden door het regenwoud en maakten mooie foto’s.

Onder het blad ontdekte Erik een kikker of een soort paddenstoel.

Even later zag Erik een klein vogeltje in de struiken. Een gadobotjo, soort winterkoning.

Erik en Roberto gingen koken en met Bryan kletsen. Bryan ging ook nog blowen.

Rond 18.30 uur gingen we eten. We aten kwi kwi en pataka’s (allebei vissen),

Bruine bonen met rijst en bakbananen.

Na het eten gingen Erik, Robin en Roberto wandelen.

Ze zagen dit keer een anolis (hagedis), grote gekko, een slapende ijsvogel, spinnen en boomkikkers.

Daarna ging Erik slapen en Roberto ging samen met Niels en Susan wandelen.

Zij hadden alleen wat spinnen en kikkers gezien.

Dag 13

22 oktober
Op deze dag zijn Niels en Susan 35 jaar getrouwd.
Irene stond vroeg op en ging een ochtendwandeling maken. Zij zag hokko’s. Zwarte hoendervogels.
Erik was dit keer als laatste wakker. We gingen ontbijten en onze spullen inpakken.
Robin ging weer even blowen. We wilden nog even gaan zitten op een bankje bij het water.
Maar op het bankje lag een gewone bruine slang op het bankje. We maakte opnames van dit dier.
We gingen vertrekken met de auto naar Paramaribo. Op de zandweg zagen wij sporen.
We zagen sporen van een jaguar. Toch nog wat gevonden van de jaguar.
En even verderop gingen we stoppen langs de rode zandweg en Irene zag een kolibrie in de boom.
In Piki saron stopten we bij een winkeltje om wat drinken te kopen.
Daarna reden we verder over de rode zandweg, wat over gaat naar een asfaltweg.
Deze weg is net aangelegd door de chinezen. Even later kwamen we aan in Onverwacht.
Daar gingen we stoppen bij een garage om de banden te vervangen, inclusief de reserveband.
En hier gingen we zitten in de schaduw onder een amandelboom.
Na de autoreparatie reden we via een omweg door het platteland naar Paramaribo.
Aangekomen in ons huisje in Paramaribo namen we afscheid van Robin en Brayn.
We gingen deze middag lunchen en onze kleren wassen.
Rond 18.00 uur gingen we naar een restaurant om te gaan eten.
We gingen uit eten ter gelegenheid van de trouwdag van Niels en Susan.
We reden naar de binnenstad. We gingen eerst geld pinnen en Irene ging nog een activiteit boeken.
Irene boekte een dagje klimmen en tokkelen in Berg en Dal.
Daarna gingen we een restaurantje opzoeken. Onze eerste keus is op ford Zeelandia.
Maar Ford Zeelandia was erg duur, dus daar gingen we niet heen.
Onze tweede keus in een eetcafe aan de waterkant. Dat was wel te betalen.
We aten Surinaamse bami met rundvlees. Roberto nam wat anders. Hij nam Moksi alesi.
Dat was erg lekker. Als toetje namen we koffie. Erik nam als toetje Bojo.
Bojo is een Surinaamse cake met cocos en rozijnen. Ook dat is erg lekker.
Na het eten brachten we Irene naar haar huisje voor haar afscheidsfeest.
En daarna gingen wij terug naar ons huisje.

Dag 14
23 oktober
Rond 8.30 uur werden we wakker, gingen ontbijten en we belden Magriet.
Bij de eigenaar waren de schildpadden ontsnapt en die zijn weer gevonden.
Rond 12.00 uur gingen wij naar de binnenstad.
We haalde eerst Irene op en parkeerde de auto op de parkeerplaats.

Daarvan gingen we naar een souvenirwinkel.

Erik kocht een mini korjaal voor zijn animatie’s, anzichtkaarten en postzegels.

De korjaal werd verpakt in een juten zakje. Al gauw gingen we lunchen bij de Mac Donalds.

Erik wilde de Surinaamse Mac Donalds uitproberen en te proeven wat dat in houd.

Erik en Irene namen 8 kippenstukken. Dat waren geen kipnuggets, maar kippenpootjes en vleugels.

Dat was zo veel dat Erik en Irene de kippenstukken meenamen voor later als lunchpakket.

Verder hadden ze geen milkshake’s. Dus we dronken wat anders, zoals smoothie’s.

Na het eten gingen we naar een boekenwinkel.

Daar kochten we nog een anzichtkaart, een boek over slangen en voor Leo een voorleesboek.

Hier namen we weer afscheid van Irene en gingen naar de markthallen.

Dit keer van de indianen en de marrons. Roberto liet de spullen en kruiden zien die ze verkopen.

Daarna gingen we naar een andere markt waar ook eerder waren geweest.

Daar kochten we groente en fruit. Verder kochten we bij een toko confijte vruchten.

Na het boodschappen doen liepen we naar de auto. Maar de parkeerplaats is dicht en op slot.

Gelukkig was een hek wel open en konden met de auto de parkeerplaats verlaten.

We reden door Paramaribo en we waren weer in ons huisje.

Verder gingen we in het huisje rustig aan doen. Erik ging afleveringen kijken van Expeditie Robinson.

Nu hij zelf in de tropen is, kan hij de warmte goed meeleven.

We gingen ook nog de anzichtkaarten schrijven, waarvan eentje voor Rens die straks jarig is.

Roberto ging ondertussen koken. En we gingen daarna eten.

We aten een moluks visgerecht met rijst en komkommer.

Na de maaltijd gingen we nog gezellig kletsen.

Dag 15

24 oktober
We werden vroeg wakker en gingen ontbijten. Erik ondekte bij zijn heup een soort bloeding.
Dat zou kunnen komen door de warmte en een te strakke broek.
Roberto deed er teatree olie op de wond. Rond 9.00 uur gingen we weer op stap.
We reden eerst naar Lelydorp. Daar gingen we eerst een brievenbus zoeken.
Na het zoeken van een brievenbus gingen we daar de anzichtkaarten posten.
En nou maar hopen dat de kaart voor Rens mooi op zijn verjaardag aankomt (30-10).
Daarna reden we door naar Onverwacht. Daar maakten we foto’s van oude treinstellen.
De volgende stop is bij de Aluminiumfabriek in Parnanam. Daar was ook een Javaans eetcafe.
We gingen daar wat drinken en een beetje wandelen. Foto’s gemaakt van vogeltjes en de fabriek.
We reden verder naar onze bestemming: Het Brokopondomeer. Een groot stuwmeer in Suriname.
Het meer werd eerst : Van Blommensteinmeer genoemd.
We maakten een stop bij de stuwdam,bij een klein parkeerplaatsje.
Daar genoten we van het uitzicht en we gingen lunchen. Erik maakten panoramafoto’s van het meer.
We maakten een klein wandelingtje door een dorpje langs het meer, maar dat stelden niks voor.
Na het Brokopondomeer reden we naar het dorp Brokopondo. Het is een groot dorp.
Bij de rivier gingen we even wat wandelen, maar het is daar verboden om te gaan zwemmen.
De bomen daar waren geverfd in de kleuren van het dorp. De geverfde bomen zien er gek uit.
We verlieten daarna het dorp Brokopondo en reden noordwaarts richting Paramaribo.
Even verderop langs de weg zagen we een pad en daar gingen we wandelen.
Tijdens de wandeling vlogen er Morfovlinders over het pad.
We volgden het pad en kwamen uit bij een offerplaats. Hier mochten we niet verder komen.
We liepen terug en namen een ander pad wat uitkwam bij een hoogspanningsmast.
Over het pad waren wat scherpe struiken en planten wat hiermee kleine wondjes opleverden.
We liepen terug naar de auto en reden naar via Zanderij naar Paramaribo.
Ondertussen is Sjoerd geland op Zanderij. Sjoerd is de vriend van Irene.
Rond 17.45 kwamen we aan in het huisje in Paramaribo.
Bij de aankomst kwam ook een andere auto eraan. Erik dacht dat Irene en Sjoerd daar in zaten.
Maar het waren andere mensen. Erik en Susan gingen boodschappen doen en koken.
Rond 19.30 gingen we eten. We aten hamburgers met spinazie en rijst.
Als toetje namen we vanille en aardbeienijs.
Verder probeerden we Irene nog te bellen, maar dat lukten niet. Wel via whats app.

Dag 16

25 oktober
Erik moest deze dag vroeg opstaan en zijn spullen inpakken voor de volgende uitstap.
Erik ging samen met Irene en Sjoerd en andere studenten naar Berg en Dal.
Rond 7.45 uur brachten we Erik naar Irene in haar huisje.
Roberto, Niels en Susan gingen naar de markt boodschappen doen.
Het reisverhaal gaat nu verder wat Erik, Irene en Sjoerd hebt meegemaakt.
Om 8.30 uur vertrokken we met een busje naar Berg en Dal.
In het busje ging een chauffeur mee. De chauffeur heet Charvey en hij weet de weg.
Verder gingen nog andere studenten mee. Dat waren Frederique, Lisa, Kelly en Grachia.
Deze vier dames studeren net als Irene geneeskunde en lopen stage in Suriname.
Onderweg gingen we even stoppen bij een winkel om eten te kopen.
Onderweg ging Erik maizenakoekjes uitdelen aan de anderen. Ze smaken erg droog.
Rond 10.30 uur kwamen we aan in Berg en Dal en we waren te vroeg voor het klimparadijs.
We besloten om nog naar het luxe resort te gaan.
Eerst gingen we een museumpje bezoeken. Het museumpje is gevestigd in een marronhutje.
Het museumpje ging over de geschiedenis van Berg en Dal. Na het bezoek gingen we wandelen.
De wandeling liep over een avontuurlijk pad door de natuur.
Vlak voor de wandeling stak er een reuzenteju over het pad. De dames schrokken daarvan en gilden.
Even verderop over trappen en hellingen liet Charvey een groep harige rupsen zien.
De dames vonden dat griezelig. Rond 11.00 uur kwamen we aan het resort.
We zagen luxe huisjes en een zwembad met een aparte rand.
De rand is apart waardoor het net leek dat het zwembad met de rivier verbind.
Bij een bar gingen even wat drinken. Een aantal mensen namen een smoothie.
Het wachten op de drankjes duurden wel lang. We zagen ook een hagedisje op de grond zien eten.
Na een halfuur wachten kwamen de smoothie’s eraan.
Een paar mensen kozen voor een broodvruchtsmoothie of een passievruchtsmoothie.
Na het drinken gingen we weer terug naar de bar van het klimparadijs.
Bij de bar kregen we de klimuitrusting en we kregen uitleg over het klimmen en het tokkelen.
De klimuitrusting bestond uit een helm, gordelbroekje en een leren handschoen met een soort haak.
De handschoen met haak is bedoeld om af te remmen, voor als je te hard gaat.
Bij de uitleg gingen we over een oefenparcour van een korte kabelbaan.
Erik ging als eerste, maar het remmen ging niet meteen goed. Hij zette te veel kracht.
Ook anderen maakten deze fout. Erik heeft deze oefening een paar keer overgedaan.
En de laatste keer lukte het wel. Na de oefenparcour gingen we naar de echte parcour.
We moesten eerst door het regenwoud een hele heuvel opklimmen met de zware uitrusting.
Bij het einde van het pad was het plateua van de eerste tokkelbaan.
Erik besloot om niet als eerste te gaan, maar tussen Irene en Sjoerd in.
Het eerste parcour bestond uit 3 kabelbanen, waarvan een paar heel lang zijn.
Na het eerste parcour liepen we naar het tweede parcour met 4 kabelbanen.
Tussen de parcours liepen we over een pad naar boven en daar was het tweede parcour.
Deze parcour begon met een ladderbrug. Na de ladderbrug was een korte kabelbaan.
En de volgende kabelbaan is heel lang. Dan het hoogtepunt. De kabelbaan over de rivier.
Deze ging erg snel en je moet geen hoogtevrees hebben.
Daarna gingen we met een ladder naar de laatste kabelbaan.
Bij deze kabelbaan gingen de instucteurs, Irene en anderen op zijn kop hangen als een leuk kunstje.
Na de kabelbanen gingen we met een korjaal naar de overkant,naar het strand.
Op het strand gingen we naar de bar en daar gingen we onze uitrusting uitdoen en inleveren.
Met zijn allen gingen we ook het klimmen en tokkelen betalen. En in het gastenboek schrijven.
Verder gingen we in deze middag op het strand uitrusten, wat drinken en afkoelen in het water.
Aan het einde van de middag wilden we weer gaan vertrekken, maar de accu was leeg.
Charvey is met overleg van een andere auto de accu gaan wisselen.
Na een halfuur wachten is het dan eindelijk gelukt. We reden weer terug naar Paramaribo.
Rond 17.45 uur kwamen we aan in Paramaribo.
Irene en Sjoerd gingen samen met een paar anderen eerder uit.
De reden was om de gehuurde fietsen naar het huisje te brengen.
En even later zette Charvey ook Erik eruit bij het huisje op de Tourtonnelaan.
Erik heeft de spullen van Irene en Sjoerd meegenomen naar het huisje en wachten op deze twee.
Even later kwamen Irene en Sjoerd eraan en ze gingen zijn spullen inpakken.
Tijdens het wachten ging Erik foto’s maken van het huisje en het een kat.
Intussen heeft Irene een taxi geregeld om naar het huisje te gaan op de Sitalweg.
Rond 18.30 uur kwam de taxi aan en na een kwartier arriveerden ze in het huisje op de Sitalweg.
Sjoerd maakte kennis met het huisje en Roberto heeft cassavesoep gemaakt.
Erik kreeg zijn eigen SIM kaart weer terug en we zijn meteen de soep gaan eten.
Sjoerd kreeg van de anderen uitleg en informatie over Suriname en de Surinaamse keuken.
Verder gingen we onze spullen inpakken voor de volgende dagen in Nickerie.


Dag 17
26 oktober
We gingen rond 7.00 uur opstaan, ontbijten en onze spullen inpakken.
En om 8.00 uur haalde een andere chauffeur ons op om naar Nickerie te gaan reizen.
Eerst zou dat Boeroe zijn, maar hij had autopech.
Met de auto reden we westwaarts door Coronie naar Nickerie.
Onderweg stak een agoeti over de weg. Een agoeti is een groot knaagdier.
In Totness, een dorp in Coronie gingen we stoppen.
Erik heeft uit een boekje van Suriname , een huis uit Totness nagemaakt voor zijn animatie.
Dat huis wilde Erik in het echt zien te vinden. Helaas is dat nooit gelukt.
Wel een huis die er op lijkt.  Verder hebben we hier Surinaamse honing gekocht voor thuis.
We reden verder naar Nickerie over grote bruggen door het poldergebied van Suriname.
Onderweg zagen wij een dode kaaiman langs de weg liggen.
Even later kwamen we aan in Nickerie en reden de stad Nieuw Nickerie binnen.
Nieuw Nickerie is de tweede stad van Suriname. Bij de markt kwam Boeroe ons groeten.
Boeroe is een vriend van Roberto en maakte met Roberto een praatje.
We reden de stad uit en stopten bij de zeedijk.  Hier gingen we even bij het water kijken.
Erik maakte nog een panoramafoto’s en na deze korte stop reden we verder.
We stopten bij het einde van de zeedijk op het westelijkste puntje van Suriname.
Daar is een Hindoestaanse tempel. In Nickerie wonen veel Hindoestanen.
Deze mensen komen oorspronkelijk uit India.
Het waren contractarbeiders die op de plantages kwamen werken.
We hebben de tempel alleen van de buitenkant bekeken en zagen een moerasbuizerd langs de weg.
Na het bezoek aan de zeedijk reden we weer door Nieuw Nickerie naar een huisje.
Daar wonen Gerda, de kok en Sergio de gids.
Daar gingen we onze spullen uitzoeken om mee te nemen naar Bigi Pan.
Dat bleek een misverstand te zijn en we reden naar het haventje.
Bij het haventje met alleen een steiger gingen we onze spullen uitzoeken en overzetten in een busje.
Rond 14.00 uur vertrokken we met twee korjalen naar Bigi Pan.
Bigi Pan is een groot brakwatermeer met mangrovebossen en moerassen.
Eerst vaarden we langs een randmeer en vervolgens naar een kanaal.
Voor het kanaal is er een sluis en daarover kun je niet varen, dus daar moesten we de boot uit.
De boot maakte met een snelle vaart over de sluis naar het kanaal.
We gingen weer in de boot en vaarden een 1,5 uur door het kanaal langs de mangrove.
Onderweg zagen wij langs het kanaal dode vissen, een dode kaaiman en een dode slang.
Maar ook levende dieren zoals: ijsvogels, een moerasbuizerd, mangrovereigers en kalkoengieren.
Vlak voor het einde van het kanaal is aan de rechterkant een opening met vele vogels.
Dat waren: rode ibissen, mangrovereigers, blauwe reigers, grote zilverreigers en kleine zilverreigers.
Daarna kwamen we aan in het grote meer Bigi Pan met een vissershutten op palen.
We gingen in een van de hutten om te overnachten. Hier gingen we slapen in hangmatten.
Op de achtergrond aan de rand van het meer zagen wij flamingo’s.
Gerda ging hier Surinaamse hapjes maken en aan ons uitdelen.
Dat waren loempia’s met kouseband, vleesrolletjes, Samosa’s en pasteitje met groente.
Verder gingen we de hut verkennen , vogels kijken en zonnenbaden.
Rond 17.30 uur gingen we met de boot op safari om vogels te gaan kijken.
We zagen veel vogels en we bekeken de zonsondergang.
De vogels waren :rode ibissen, flamingo’s, zilverreigers, blauwe reigers, witbuikreigers en plevieren.
Na de tocht gingen we weer terug naar de hut.
In de hut liet Roberto wat spullen zien die hij hier heeft gegeven, dat zijn oa een hangmat en een ton.
Al gauw gingen we eten. Gerda heeft het diner voor ons klaar gemaakt in een lopend buffet.
Het buffet bestond uit: bami, rijst, kip, tilapia in zoetzuur, tarpoen (vis), kouseband en zoetzure uien.
Verder was er een zelfgemaakte sambal, maar die is heet !
Als toetje was er watermeloen met koffie en thee.
Even later serveerde Gerda bananenflappen.
























Dag 18
27 oktober
We werden vroeg wakker door het getik van de regen op de golfplaten dak.
En de zon begon op te komen boven het meer.
Erik kreeg nog van Gerda bananenflappen, omdat hij al vroeg ging slapen.
Gerda is ondertussen eieren aan het bakken voor het ontbijt.
En Susan is bezig om een plek te vinden om een cache te verstoppen. Voor Geocaching.
Rond 7.30 uur gingen we ontbijten en Gerda heeft een lekkere ontbijt klaar gemaakt.
Het ontbijt bestond uit: pompelmoes, gebakken ei, gebakken kwikwi (vis), meloen en brood.
In de verte zagen we de rode ibissen. Na het ontbijt gingen we de boten in.
Je kon kiezen tussen een modderbad of een vogelsafari.
Niels, Susan, Irene en Sjoerd kozen voor de modderbad en Erik en Roberto voor de vogelsafari.
Erik en Roberto zagen rode ibissen, flamingo’s, witbuikreigers, visarenden en strandlopers.
Verder sprongen vissen uit het water en de boot vaarden ook door het moeras met dode bomen.
Na de tocht gingen weer naar de hut om even bij te komen.
Rond12.00 uur kwamen andere toeristen aan die wij eerder zagen bij de dolfijnentour.
Zij gingen met ons meelunchen. De lunch bestond uit: rijst, kip, visjes, tajablad en sambal.
Aan het einde van de maaltijd was er watermeloen. Daarna gingen we onze spullen inpakken.
Erik heeft nog in het gastenboek geschreven van Bigi Pan en rond 14.00 uur gingen weer aan boord.
We vaarden terug naar het vaste land met dezelfde route als op de heenweg.
Onderweg zagen wij twee Amerikaanse oehoe’s, twee kalkoengieren van dichtbij,
een moerasbuizerd, een arendbuizerd, een specht en ijsvogels.
Bij de sluis koste het dit keer wat meer moeite dan op de heenweg.
Rond 15.00 uur kwamen we aan bij de steiger en verlieten de boot.
We laden onze spullen in het busje. Om 15.30 uur reden we naar Nieuw Nickerie.
In Nieuw Nickerie gingen we op de parkeerplaats op Elly wachten.
Aan Elly gaven wij de honing en een mobieltje. Daarna reden we naar het huis van Sergio en Gerda.
Bij het huisje namen we afscheid van Sergio en Gerda. Roberto ging de tour betalen.
Erik heeft in het busje per ongeluk zijn pet hier achtergelaten.
Na een korte pauze vertrokken we rond 16.30 uur naar Wageningen.
Het dorp waar Roberto is opgegroeid en werd gesticht door de Nederlandse stad Wageningen.
Onderweg vertelde Roberto over het dorp Wageningen.
Hij liet ook het bedrijf zien dat van zijn vader is geweest.
Aangekomen in het vakantiehuisje in Wageningen moesten we wachten op de sleutels.
Sergio en Gerda kwamen langs om de sleutel te geven en we konden het huisje in.
Het huisje is vrij groot en heeft twee badkamers, waarvan eentje met een ligbad.
Verder in de middag gingen we wandelen en roti bestellen voor vanavond.
En even later werd de roti bezorgd. In de roti zat aardappels en ei in.
Roberto ging het vervoer regelen met Michaal. Een vriend van Roberto die in Cupido woont.
Roberto regelden niet alleen de tocht op de Maratakka rivier, maar ook de overnachtingp op Cupido.
Verder deden we in de avond het spel : Who is the man.


Dag 19
28 oktober
Erik ging samen met Susan broodjes kopen voor het ontbijt. Even lekker ontbijten.
Erik merkte dat hij zijn pet is kwijtgeraakt. Hij vermoed dat hij de pet in de bus heeft laten liggen.
Rond 10.00 uur gingen we wandelen in het dorp Wageningen.
Roberto vertelde over Wageningen en wat hij in zijn jeugd heeft meegemaakt.
Hij liet ook zijn oude school zien en waar hij vroeger heeft gewoond.
Ook vertelde Roberto over de ontwikkeling van Wageningen en de uitbreiding van het dorp.
In een sloot zagen wij even kort een kaaiman.
Na de wandeling gingen wij boodschappen doen in een winkeltje.
Susan kocht een hoed voor Erik, zodat hij weer een hoofddeksel heeft.
Rond 12.00 uur liepen we naar de haven van Wageningen.
Op naar het volgende avontuur. Naar Cupido over de Maratakka rivier. Cupido is een indianendorp.
Roberto stelde de wat mensen voor: Jakka de gids en Roland en Loin de stuurmannen.
Bij de haven gingen we lunchen. Irene had zich gesneden en Erik gaf haar met een verbandje.
Sjoerd wikkelde het verbandje om de wond bij Irene.
Ondertussen zijn Roberto en Niels benzine aan het halen voor de motor van de korjalen.
Rond 13.00 uur gingen we varen met de korjalen naar Cupido.
Maar eerst gingen we naar de overkant,Post Utrecht.  Daar ging Jakka zijn spullen halen.
Gelijk daarna konden we varen naar de Maratakkarivier. En daarvan naar Cupido.
Onderweg zagen we een moerasbuizerd, kalkoengieren en twee bruine capucijnerapen.
Om 14.30 uur kwamen we aan in Cupido. We werden ontvangen door Basra.
Basra is een bewoner van Cupido en is Javaans, geen indiaan.In Cupido gingen we naar onze hut.
We werden geholpen met het uitpakken van de spullen en het hangen van de hangmatten.
Rond 15.00 uur gingen we een kwartiertje zwemmen in de Maratakka.
Het water is diep en de oever is glad en steil. Rond 15.30 uur gingen we op pad.
We gingen eerst een stukje varen over de Maratakka en daarna wandelden we door het regenwoud.
We wandelden noordwaarts. Roland begeleide ons en had een kapmes mee.
Hij liep voor en maakte een pad vrij. Onderweg viel Susan en kreeg Susan een stekel in haar hand.
Een stekel van een palm toen Susan viel en met een reflex tegen de palmboom aan kwam.
Na de lange wandeling kwamen we rond 17.30 uur aan bij de andere kant.
We moesten nog een halfuur wachten op de korjalen.
Er was een liaan waar Irene en Sjoerd gingen schommelen. Roberto gebruikte de liaan als hangmat.
Rond 18.00 uur kwamen de boten aan en we gingen over de Maratakka terug naar Cupido.
Onderweg zagen wij roodsnaveltoekans overvliegen.  Verder nog een duikelaar en nachtzwaluwen.
En toen het donker werd zagen wij brilkaaimannen en een slanke boomboa.
Roberto probeerde de slanke boomboa te vangen, maar dat lukte niet. Dit is mijn derde boomboa.
Verder keken we naar boven en zagen de mooie sterrenhemel. Rond 19.30 uur kwamen we aan.
Na een halfuur gingen we rond 20.00 uur eten.
We aten nasi, kousenband, kip, komkommer, tomaten en zelfgemaakte sambal. En die is HEET !
Erik nam de sambal en zijn ogen gingen tranen en hij voelde het zelfs in de neus.
Om te blussen moest Erik eetlepels suiker innemen. Melk of yoghurt was er niet.
Na het eten gingen we kaaimannen spotten en proberen om er eentje te vangen.
Erik heeft de kaaimannen gefilmd en dat is gelukt. Maar het vangen lukte steeds niet.
Uiteindelijk hebben we 5 kaaimannen gevonden in deze tour.
Dag 20
29 oktober
We werden wakker door de zonsopgang, na een koude nacht.
Bij het ontbijt dronken we thee van een soort boombast.
We ontbeten dit keer met knakworstjes en ander vlees uit blik.
De bewoners van Cupido hebben 3 grote vissen gevangen.
Een roodstaartmeerval en twee andere vissen. Erik was gisteren verbrand op zijn benen.
Hij deed er veel aftersun op. De rode plekken op zijn benen zijn nog na twee maanden te zien.
We laden korjaal in en gingen rond 9.00 uurinstappen en vertrekken.
We vaarden eerst stroomopwaarts om op safari te gaan.
We zagen dit keer Guyana Brulapen, een moerasbuizerd en een duikelaar.
Maar de bijzondere dieren waren dit keer de roodsnaveltoekans en Zwartnekarassari’s.
De vlogen dit keer niet alleen de rivier over , maar we zagen ze ook in de bomen om foto’s te maken.
Voor de boot zwom een zeekoe. Roberto was de enige die de zeekoe zag met zijn rug boven water.
De anderen zagen alleen wat bubbels van de beademing.
Aangekomen in Wageningen , stapten we uit de boot en de laden de spullen uit.
Roberto en Erik zagen in de bomen zwartnekarassari’s. Ze fotografeerde en filmden de vogels.
We liepen met onze spullen weer terug naar het huisje in Wageningen.
De stuurmannen en Jakka hebben ons geholpen met het sjouwen en hoefden maar 1 keer te lopen.
Het oorspronkelijke plan was dat Boeroe, ons naar Paramaribo terug zou gaan brengen.
Maar Boeroe had motorpech, dus Roberto regelden een taxi voor ons.
Ondertussen gingen we in het huisje lunchen en onze spullen inpakken.
We wachten op de taxi. Tijdens het wachten ondekte Erik een vleermuis in de garage van het huisje.
Rond 13.00 uur kwam de taxi eraan en we gingen naar terug naar Paramaribo.
Voordat we Wageningen gingen verlaten, leverde Roberto de sleutel in bij het ziekenhuis.
Dat klinkt wel gek, bij een ziekenhuis,maar zo is dat geregeld.
We reden naar Paramaribo, door Nickerie en Coronie. In Coronie maakten wij een tussenstop.
Een tussenstop bij een fruitkraam. Daar heben we sappeltieren gegenten.
Een sappeltier is een vrucht met een honingsmaak.
De volgende stop is in Groningen. Daar hebben veel monumenten bekeken van herinneringen.
Herinneringen van de komst van de boeroe (blanken), Javanen, Hindoenstanen etc.
Daarna liet de taxichauffeur het bedrijf van zijn vader zien. Zijn vader is zandafgraver.
We reden verder langs oude sluizen, over de Saramaccarivier verder.
Onderweg deelde Susan snoepjes uit, maar die waren ZOUT en niet lekker.
Roberto kreeg van Gerda een telefoontje dat de pet van Erik is gevonden.
Gerda gaat de pet opsturen met de post.
We reden door de buitenwijken van Paramaribo en we waren om 16.30 thuis.
In het huisje gingen Irene en Sjoerd zijn spullen inpakken en verlieten rond 18.00 uur het huisje.
Irene en Sjoerd gaan nog een paark weken naar Curacao. Een taxi haalden ze op.
Irene en Sjoerd reden met de taxi naar Zanderij en vlogen naar Curacao.
De anderen gingen boodschappen doen en opruimen. Roberto ging voor ons koken.
Rond 20.15 uur gingen we eten. We aten gebakken aardappels, cassave, zoute vis en erwtjes.


Dag 21
30 oktober.
De verjaardag van Rens van Luit (vriend van Erik). Hij werd 29 jaar.
We gingen ontbijten en gingen daarna op pad.
We gingen naar het centrum van Paramaribo en we parkeerde de auto op dezelfde parkeerplaats.
Het eerste wat we gingen doen was een pakje ophalen bij een bus op het busstation.
Het ging om honing, dat voor Magriet bedoelt is. En dat brachten we naar de auto.
Daarna gingen we een klein indianenmarktje. Daar kochten Erik en Niels een kettingen.
Erik voor zijn tante Saskia en Niels eentje voor Susan. We liepen naar de Waterkant.
Onderweg naar de Waterkant zagen wij een zwerver die ook houtsnijder is.
Erik heeft een beeldje gekocht bij de houtsnijder van een vrouw met een ananas.
Dit beeldje gaat Erik voor zijn animatie gebruiken. Daarna gingen we naar Ford Zeelandia.
Dit keer gingen wij het ford bezoeken. Alleen Roberto ging niet mee,hij was er al vaker geweest.
In het ford is een museum gevestigd over de geschiedenis van Suriname.
Over de indianen, de kolonisten, de slaven en de contractarbeiders. Dit is echt leerzaam.
Verder was er ook een oude apotheek, die in de oude stijl staat.
En in de cellen is het souvenirwinkeltje gevestigd. Erik heeft hier treinenkaart gekocht voor Rens.
Na het ford gingen we naar een cafe. Cafe ’t Vat. Een bekende cafe in Paramaribo.
We dronken Nape sap. Dat is een soort mangosap. Oftewel Nape is een soort mango.
Daarna gingen we een winkel opzoeken waar ze broodje pom verkopen.
We vonden een slager die pom verkocht, maar ze hadden voor maar twee broodjes.
Dus we kochten de pom los, zonder broodjes en gingen naar de auto.
Vanuit de auto reden we naar de bakker Fernandes en kochten daar een voorraad broodjes.
Daarna gingen we naar een supermarkt om drinken en ander eten te gaan kopen.
Rond 13.30 uur gingen waren we weer in het huisje en gingen lunchen met broodjes pom.
Roberto heeft nog een augurkje erbij gedaan en in  plakjes gesneden.
Na de lunch melden Randin (eigenaar) dat de waterleiding en Wifi eruit ligt. Dat is voor onderhoud.
Ondertussen heeft Erik Rens gebeld, omdat Rens deze dag jarig is.
Rens vertelde dat de anzichtkaart toevallig deze dag is aangekomen.
De anzichtkaarten (ook voor anderen) deed er 6 dagen over en was mooi op tijd voor Rens.
Verder gingen we onze spullen opruimen en wat inpakken.
En wachten op een telefoontje over de pet van Erik. Rond 20.00 uur gingen we uit eten.
Maar eerst gingen we bij een garage/postkantoor de pet van Erik ophalen.
Erik moest nog zijn handtekening zetten. Daarna gingen we naar het restaurant.
We gingen naar een Javaans restaurant met de keuken uit Indonesië.
Als welkomsdrankje dronken wij dawet. Een roze limonade uit Indonesië.
Het hoofdgerecht was een feestmaal met bami, kouseband, kip en garnalen.
De kouseband is erg heet. Dus namen wij als toetje cocosijs.
Om de hete eten te blussen. Na het eten gingen weer terug naar het huisje.




Dag 22
31 oktober
Deze dag aten wij onze laatste Surinaamse ontbijt.
Na het ontbijt gingen we onze spullen inpakken om straks weer naar Nederland te gaan.
Maar voordat we naar huis gaan , gingen nog even het centrum in.
We reden om 10.30 uur naar het centrum van Paramaribo.
We gingen dit keer naar een kunstgallerij en een grote souvernirwinkel.
In de kusntgallerij hebben schilderijen en andere kunstwerken bekeken.
En in de souvernirwinkel hebben we T-shirts, handdoeken en koelkastmagneten gekocht.
Na het winkelen gingen we lunchen in een eetcafe, Orlando.
Daar namen we soep met tajer, kip en cassave. Roberto kende de mensen in dit eetcafe.
Na de lunch ging Erik op schaafijs tracteren. De koude Surinaamse specialiteit.
We liepen met de schaafijs in de hand naar de grote kathedraal.
Bij de kathedraal gingen we kijken of we naar binnen kunnen gaan. Maar de kathedraal is dicht.
Wel lukte het Erik om vanuit een raam foto’s te kunnen maken van de binnenkant.
Naast de kathedraal staat een protest kunstwerk. Protest tegen kwik en goudwinning.
Kwik wordt gebruikt om goud te zoeken en daar mee te vinden.
Maar kwik is ook erg slecht voor het milieu en vervuilt de Surinaamse rivieren.
Na dit korte en laatste bezoek aan het centrum van Paramaribo gingen weer richting het huisje.
Nog even bij de Surinaamse/Chinese supermarkt boodschappen doen voor de laatste keer.
We kochten nog borfoe, cassavechips en kruiden om mee te nemen naar Nederland.
Na de boodschappen gingen we naar het huisje. Bij het huisje zijn de laatste foto momenten.
Susan maakte foto’s van Erik bij de straatnaambord van de Sitalweg.
Erik maakte nog foto’s van het huisje en probeerde nog een grietjebie vliegend te fotograferen.
Een grietjebie vliegend te fotograferen was Erik niet gelukt. Ook Roberto heeft dat nog niet gedaan.
Erik gaat als hij weer in Nederland is opnieuw proberen. Maar dan in Diergaarde Blijdorp of elders.
Verder gingen inpakken en de flessen frisdrank leeg drinken. Om 18.00 uur stond de taxi klaar.
We deden onze bagage in de taxi en reden om 18.30 uur naar Zanderij, de luchthaven.
Nu nog de laatste blik werpen van Suriname en het drukke verkeer wat we vermeden hebben.
Rond 20.15 uur kwamen we aan op Zanderij. Zanderij is een kleine luchthaven.
We checkten onze koffers in gingen via een gang door de handbagage controle.
Daarna via een andere gang door de douane voor de paspoorten en moesten de toeristkaart geven.
We kwamen aan in de vertrekhal. De vertrekhal is ongeveer evengroot als een sporthal.
In de vertrekhal zijn kleine winkeltjes en horecagelegenheden.
Er werden ook belegde Surinaamse broodjes verkocht en dat aten wij als avondmaal.
En in een supermarktje kon je de laatste Surinaamse producten kopen.
Wij kochten dawet (roze limonandesiroop), ketchup en zoete rode vruchtjes met pit.
Even later tracteerde Erik op bojo. Verder kocht Susan een Surinaams kookboek.
We maakten hier onze Surinaamse dollars op en Erik mocht nog van Susan iets uitzoeken.
Erik kocht een zweetbandje met de Surinaamse vlag. Het laatste Surinaamse souvenir.
Om 23.00 uur konden wij klaar gaan staan en via de ticketcontrole liepen we naar buiten.
We liepen over het veld en met een trap gingen we aan boord en we waren in het vliegtuig.
Het is een vliegtuig van Surinam Airways, een Airbus 340-300.
Erik ging aan het raam zitten, naast Robero. Niels en Susan zaten middenin.
Het vliegtuig steeg op om 23.30 uur. Vanuit het vliegtuig zagen wij Paramaribo van boven.
Paramaribo met de verlichte straten en wij zagen ook herkenbaar de Wijdenboschbrug.
Daarna vloog het vliegtuig voor het grootste gedeelte over de Atlantische oceaan.
We gingen slapen, maar er kwamen stuwardessen langs om eten en drinken te brengen.
Eerst kregen wij een flesje water en een koptelefoon voor het schermpje.
Rond 4.40 uu werd een maaltijd geserveerd.
Dat bestond uit rijst, vis, komkommer, toast met cheesebite, een broodje en faido.
Faido is een Surinaams kaneelgebakje. Even later werd er nog koffie en thee geschonken.
Tijdens de vlucht ging een peuter huilen, dat was wel irritant.
De peuter werd getroost door zijn vader met een teddybeer.























Dag 23
1 november
Om 10.35 uur Nederlandse tijd kwam het ontbijt aan. Je kon kiezen tussen kaas of pom.
Erik nam pom. Er zat ook een cakeje en yoghurt bij. Er werd ook koffie en thee aangeboden.
Rond 11.30 uur vloog het vliegtuig boven land. Dit land is Verenigd Koninkrijk.
En even later rond 12.15 uur melde de piloot dat we niet op Schiphol kunnen gaan landen.
Reden is dat het Schiphol erg mistig is. De mogelijkheden zijn dan Brussel of Rotterdam.
Om 12.45 uur vertelde de gezagsvoerder dat we in Rotterdam gaan landen.
Voor Roberto is dat dichterbij huis en ideaal ! Het vliegtuig vloog over de Nederlandse polders.
En landden om 12.55 uur op Rotterdam Den Haag Airport.
Maar op de luchthaven mochten de passagiers niet het vliegtuig verlaten.
Het vliegtuig moest wachten totdat we weer naar Schiphol konden vliegen.
Tijdens het wachten werd het vliegtuig volgetankt met kerosine voor de vlucht naar Schiphol.
Veel passagiers zetten hun mobiel aan en gingen bellen, appen en smsen dat ze in Nederland zijn.
De stuwerdessen schonken drankjes in voor de passagiers voor de moeite met wachten.
Kinderen werden tijdens het wachten ook nog ongeduldig, onzeker en gingen huilen.
Maar rond 15.15 vertrok het vliegtuig , stegen we op en vlogen naar Schiphol.
We vlogen boven Leiden. Na een halfuur ging het vliegtuig al weer landen.
Na een halfuur wachten verlieten wij als laatste passagiers het vliegtuig.
Bij de aankomst op Schiphol kregen wij een soort deken als cadeautje.
Vanuit de pier liepen we naar de douane. Wij gingen door de self-service.
Het is daar erg druk en duurde wel lang. We gingen door een poortje waar je gescant werd.
Je werd gecontroleerd of je geen drugs, wapen of andere verboden dingen bij je hebt.
We liepen naar de bagagehal om onze koffers te pakken.
Doordat wij als laatste uit het vliegtuig waren gegaan, hoefden we niet te wachten op de koffers.
Daarna door de bagagecontrole en daar werden onze koffers gescand en gefouilleerd.
We hadden verder niks aan geven en we konden door.
We kwamen op Schipholplaza en daar namen wij afscheid van Roberto Plomp.
Roberto neemt de trein naar Rotterdam. En wij namen de trein naar Utrecht Centraal.
En nu weer wennen aan de kou, reden we naar Utrecht Centraal.
Op Utrecht Centraal stapten wij over de trein naar Driebergen-Zeist.
We namen dit keer de lift, omdat we zware koffers hebben.
Na de laatste treinrit kwamen we om 18.45 uur aan op Driebergen- Zeist.
Leo ging ons ophalen en wij waren om 19.00 uur thuis.

Einde !

Nu komen de extra hoofdstukken.

Interview met mezelf, Erik Heikens

In het vliegtuig heb ik op de terugreis in mijn reisdagboek een zelfinterview gemaakt.
Die lees je hieronder.

Hoe was de reis bevallen ?

Deze reis in Suriname is verder goed bevallen. Ik ben niet ziek geweest, ook geen diarree.

Daar was ik een beetje bang voor. Vooral op de derde dag, Dat was in Tunesië en India zo.

Suriname is een warm tropisch land. Je zweet snel. Je hoeft weinig te plassen.

Alleen als je te veel binnen bent in een gekoelde ruimte.

Wie was Roberto ?
Roberto is een goede reisleider. Hij heeft in Suriname gewoond en is daar opgegroeid.
Dus hij kent het land goed. Ook weet hij plekken te vinden die minder toeristisch zijn.
En waar de tijd is stil gestaan. Zoals de Maratakka rivier.
Roberto leerde mij ook hoe je ’s nachts dieren kan vinden en kan herkennen.
Roberto leerden ons ook de Surinaamse keuken proeven en de bijzondere vruchten.

Hoe  ziet Suriname eruit ?

Suriname is wat ik als eerste zag een linksrijdend land.
Net als het Verenigd Koninkrijk, India en Australië. Dat komt niet door de Britten, maar door de WIC.
De WIC, West Indische Companie was opgericht door de Zeeuwen.
Zeeland was vroeger ook linksrijdend, tot de tijd van Napoleon.
Het regenwoud in Suriname ziet er zo uit zoals ik van plaatjes ken. Net als in Brazilië.
Ook zag ik de ontboste gebieden en bosbranden, die als kostgrondjes worden gebruikt.
Suriname kent ook mangroves en savannes.De Savannes zien er wel anders uit als in Afrika. In de binnenlanden zijn maar weinig wegen geasfalteerd.
De wegen worden stuk voor stuk geasfalteerd.
Nog vele wegen zijn zacht, met rode zand.  Hier kunnen alleen vierwielaandrijvingen rijden.
Snelwegen kennen in Suriname niet, maar de provinciale wegen zijn hiermee al goed genoeg. Er worden steeds meer wegen voorzien van asfalt.
Deze wegen zijn verder rustig. Het drukste traject in Suriname is Paramaribo – Zanderij.
Het verkeer van de stad naar de luchthaven en verder naar het Brokopondomeer.
Paramaribo is de hoofdstad en de tweede stad van Suriname is Nieuw Nickerie.
Parimaribo heeft 240.000 inwoners en is zo groot als Den Haag qua oppervlakte.
Paramaribo is vrij groot en heeft weinig hoogbouw, maar veel laagbouw.
In het centrum van Paramaribo zijn veel houten gebouwen en zijn wit geschilderd.
In de buitenwijken zijn vele villa’s, maar ook arme wijken met eenvoudige woningen.
Nieuw Nickerie heeft 13.800 inwoners. En is even groot als een Nederlands dorp.
Van het openbaar vervoer kennen ze in Suriname alleen bussen, boten en taxi’s.
Treinen hadden vroeger in Suriname gereden, maar de sporen zijn opgeheven.
Wel zijn er serieuze plannen om weer spoorlijnen aan te leggen en te heropenen.
De bussen zijn verder minder frequent als in Europa. Ze rijden op reserveringen en zijn flexibel.
De bussen kunnen eerder of later vertrekken dan gepland en je kan halverwege in of uit stappen.

Suriname heeft ook vele supermarkten. Ze zijn  tegenwoordig van Chineze eigenaren.

Ze verkopen veel producten uit  China , Suriname en Nederland.

Er zijn ook veel producten van Nederlandse huismerken.

Dat komt ook doordat het met de economie slecht gaat in Suriname en de Surinaamse dollar laag is.

Daarom importeren ze veel producten uit Nederland.

Verder zijn in Paramaribo grote markten met producten uit het land.

En er zijn souvenirwinkels, kledingwinkels, maar ook steeds meer Nederlandse winkels.

Welke dieren kun je in Suriname waarnemen?

Vogels
Het dier wat ik het meest zag en het makkelijkst te vinden is de Grietjebie of Kiskadie.
Dat is een geel vogeltje en die kom je overal in Suriname tegen.
Papegaaien zag ik alleen in de palmen bij het ziekenhuis van Paramaribo.
Dat zijn oranjevleugelamazone papegaaien. Toekans zag ik alleen bij de Maratakka rivier.
Dat zijn roodsnaveltoekans en zwartnekarassari’s. Irene heeft nog hokko’s gezien.
Bij Bigi Pan heb ik vele vogels gezien. Diverse reigers,maar ook ibissen, flamingo’s, visarenden, spechten en uilen. In de mangrovebossen leven snippen en kleine reigers.
Verder nog ijsvogels en nachtzwaluwen.

Reptielen
Slangen heb ik voornamelijk ’s nachts gezien tijdens de nachtsafari’s met Roberto.
Het waren de Slanke boomboa en de gewone bruine slang. De anaconda heb ik helaas niet gezien.
Verder leven in Suriname koraalslangen, boa’s en ratelslangen.
Kaaimannen zag ik bij de Maratakka rivier en in Wageningen. Dat waren brilkaaimannen.
Verder heb je nog de dwergkaaiman en de zwarte kaaiman.
Hagedissen zijn daarmee het makkelijkst te vinden,zoals :wenkpootjes, gekko’s en bruine hagedissen.
Reuzenteju’s zijn de grotere hagedissen en die zijn alleen in de natuurgebieden te vinden.
Op de muren van Fort Zeelandia zag ik groene leguanen. Het enige moment.
Groene leguanen op fort Zeelandia
Amfibieën
Van Amfibieën zag ik kikkers en padden bij de wateren.
Van kleine boomkikkers bij de douche tot grote fluitkikkers in het regenwoud.

Grietjebie

Zoogdieren
Dooskopaapjes kun je het makkelijkst vinden van de zoogdieren.
Daarnaast zag ik ook bruine kapucijnerapen en Guyana brulapen.
Verder leven in Suriname roodhandtamarins, witgezichtsaki’s en slingerapen.
Deze dieren heb ik niet gezien.
Van de katachtige heb ik alleen jaguarsporen gezien.
Katachtige zijn helaas moeilijk te vinden in het wild.
De katachtige die in Suriname leven zijn:  jaguars, ocelotten, margays, jaguarundi’s en tijgerkatten. Roberto heeft ooit nog een margay en een jaguar gezien in het wild.
Andere zoogdieren die ik zag zijn: een neusbeer, rolstaartbeer/kinkajoe, agoeti, opossums, vleermuizen en een zeekoe (alleen Roberto, de rest alleen de bubbels).

Overige dieren.

Van de andere dieren zag ik wenkkrabben in de mangrove en diverse spinnen.

Waarvan ook de Braziliaanse trekspin, dat is de giftigste spin ter wereld.

Verder nog vogelspinnen en felgekleurde gele spinnen.

Van de insecten zag ik parasolmieren, die voornamelijk ’s nachts leven.

Overdag zag ik hetzelfde spoor van de mieren, maar er was geen mier te bekennen.

Wat voor eten hebben ze in Suriname ?
Ik had bijna elke dag rijst. Verder cassave, bruine bonen of Engelenhaar (mie).
Cassave zijn een soort knollen, waarvan er twee soorten zijn.
Zoete cassave en bittere cassave. Bittere casave moet je eerst koken.
Anders is de knol giftig. De indianen maken er casavebroden van.
Dat zijn harde krokante broden, een soort droge crackers.
Zoete cassave kan je makkelijker eten en is lekkerder.
De Surinaamse keuken komt uit Afrika (Creolen/slaven), India (Hindoestanen),
Java (Javanen), China (Chinezen) en de indianen (oorspronkelijke bewoners).
Een gemixte keuken dus. Suriname eten ze qua vlees kip en vis.
Rund en varken word minder gegeten. Verder wild zoals : paca en agoeti.
Van groente is kouseband (lange sperzibonen) een bekende groente in Suriname.
Daarnaast is tajerblad, poe (komkommer), okra en napi.
Van de vruchten kennen ze in Suriname kleine bananen (meisjesvingers), mango’s, sappeltieren, grote zoete bonen, pompelmoes en cashewappels.
Van gebak is Bojo het bekendste. Bojo is een cake van rozijnen, cassave en cocos.
Van drank is Fernandes een bekende frisdrankmerk in Suriname.
Fernandes heeft de smaken als: Ananas, Groene punch, kers en framboos.
Verder heeft Fernandes ook brood, ijs en andere producten.
Van de alcoholische dranken heeft Suriname Borgoe en Parbobier.
Een andere koude lekkernij in Suriname is schaafijs.
Dat is een groot blok ijs waar met een soort blokschaaf ijs wordt geschaafd.        Meisjesvingers
Met daarbij (zelfgemaakte) limonadesiroop, water en evt melk.
De etenstijden in Suriname zijn ongeveer gelijk met Nederland.
Niet zo extreem laat zoals in Zuid Europa.

Hoe vervoer je door Suriname ?
Suriname is een autoland. Dat wil zeggen dat de meeste Surinamers per auto reizen.
In Paramaribo zijn er nu te veel auto’s in het centrum, wat tot files leidt in de stad.
Snelwegen met afritten kennen ze in Suriname niet.
Wel zijn er belangrijke hoofdwegen die de belangrijke plaatsen in het land verbinden.
Fietspaden zijn in het land schaars, wel in Paramaribo in opkomst.
Stoepen en voetpaden zijn schaars en je moet dan in de berm gaan lopen.
En om even een wandeling te gaan maken, moet je goed uitkijken op het verkeer.
Veel Surinamers pakken ook daarmee de auto, ook voor korte afstanden.

In de binnenlanden zie je geen auto’s. De korjaal is het belangrijkste vervoermiddel. Daarmee gaan de kinderen naar school als ze ver van school wonen
Het openbaar vervoer in Suriname bestaat uit boten, bussen en taxi’s.
Treinen hebben vroeger wel gereden, maar Suriname is treinloos.
Wel willen ze weer spoorlijnen aanleggen en opknappen zodat er weer treinen door het land kunnen gaan rijden. Dat plan is al jaren, maar of het komt is de vraag.
De bussen en boten rijden wel op vaste tijden, maar ze kunnen ook erg flexibel zijn.
Het is mogelijk om halverwege de busrit in of uit te stappen.
De boten zijn het belangrijkste verkeer in het binnenland op de rivieren.
Je vaart met een korjaal. Dat is een lange smalle boot met een motor.
Aan boord kun je weinig bagage meenemen en de boot is niet overdekt.
Bij de boten en de bussen betaal je per rit een tarief.Of je gebruik maakt van het hele of het halve traject.
Taxi’s zijn het handigst in Suriname. Je betaalt een tarief en je bent zo thuis.

Hoe is de bevolking in Suriname ?

De bevolking in Suriname is wat armer dan in Nederland, maar niet straatarm.
Suriname is een van de rijkste landen van Zuid Amerika.
Op straat zijn er weinig zwervers die bedelen.
De bevolking bestaat uit Creolen (voormalige slaven), Marrons (gevluchte slaven),
de indianen (oorspronkelijke bewoners), Boeroe’s (blanke/ Nederlanders), Chinezen, Hindoestanen (uit India),Javanen en Brazilianen (goudzoekers).
De godsdiensten kunnen in Suriname gewoon naast elkaar leven.
Zo staat er in Paramaribo een moskee en een synachoge naast elkaar.
Het christendom en het jodendom zijn gekomen door de Nederlanders.
Het hindoeisme en de islam is gekomen door de Indiërs en de Javanen.
Veel Surinamers spreken Nederlands of kunnen Nederlands spreken,
maar spreken ook onder elkaar de Surinaamse taal.

De schoolkinderen in Suriname dragen op school een schooluniform.
Dat is een groen wit geruite blouse en een broek.
En de middelbare schoolieren dragen een lichtblauwe blouse.
De schoolgebouwen in Suriname zijn betonnen gebouwen met een buitengallerij.
De lokalen zijn van binnen wit en hebben geen ruiten, maar traillies en luchtgaten.
De scholen beginnen en eindigen vroeg. Van 7.00 uur tot en met 13.00 uur.           Schooluniform
Ze hebben alleen ‘sochtends school, vanwege de warmte.
Maar ze krijgen ook meer huiswerk mee, dan in Nederland.
Ook in het bedrijfsleven zijn de werktijden zoveel mogelijk ’s ochtends en ‘savonds.
Veel Surinaamse huizen hebben geen bel.
Als je bij iemand langs gaat klop je op de deur of je zegt: Klop, klop.
Dat weten ze dat er iemand aan de deur is.
Surinamers doen in hun vrije tijd wat rustiger aan en genieten van het leven.

Hoe gezond is Suriname ?

Water uit de kraan kun je in Suriname gewoon drinken. Ook drinken mensen veel water uit flessen.
In Suriname kreeg ik (en ook geen andere reisgenoten) geen diarree en werden gelukkig niet ziek.
Waar de Surinaamse overheid wel zorgen over maakt is AIDS.
Bijna elke Surinaams plaats heeft een bloedprikpunt om te testen of je AIDS hebt.
Anno begin 2016 (nu ik het reisverslag uitwerk) is er een uitbraak van het Zikavirus.
Gelukkig was er toen in 2015 nog geen zikavirus.

Wat kan je in Suriname doen qua uitstapjes ?

Ik begin hier over pretparken, dierentuinen en musea.
Pretparken met grote achtbanen etc kennen ze in Suriname niet.
Wel hebben ze kleine pretparken in kermisvorm voor kinderfeestjes en schoolreisjes.
Een dierentuin hebben ze alleen in Paramaribo.
Daarnaast zijn er verder nog privé dierentuinen en opvangcentra.
Dat is in Lelydorp, Nieuw Nickerie (inmiddels gesloten) en Galibi.
Van musea heb je op fort Zeelandia een museum over Suriname zelf.
Op fort Amsterdam heb je museum over de slavernij.
Paramaribo heeft nog een kunstmuseum en kunstgallerijen.
Daarnaast heeft elke (toeristische) plaats nog een lokale museumpje.
In Berg en Dal kun je van diverse kabelbanen afgaan.
Safari’s kennen ze in Suriname gelukkig wel. Als boot, wandel en jeepsafari.
En net als in andere landen kan dat individueel, in kleine groep als in een grote groep.
Bekende locatie’s voor safari’s zijn: Brownsberg, Kelabo, Raleighvallen, Berg en Dal, Brokopondomeer, Gunsi en Galibi (zeeschildpaddenstrand).
Helaas kan de jacht op de dieren en het massa toerisme vele dieren verdwenen
uit de regenwouden of zijn verder in de regenwouden getrokken.
Surinamers gaan zelf ook naar dansgelegenheden, casino’s, visserplaatsen en zwembaden.

Hoe zit het toerisme in Suriname in elkaar ?

De meeste toeristen in Suriname zijn op de eerste plaats de Nederlanders.
Suriname was een Nederlandse kolonie geweest en ze kunnen daar Nederlands spreken.
Daarnaast volgen de Belgen, Fransen (uit Frans Guyana), Guyanezen, Amerikanen, en Brazilanen. Brazilianen komen naar Suriname voornamelijk voor het goud.
De accommodaties in Suriname zijn hotels, resorts en vakantievilla’s.
Maar je kan ook wild kamperen en verblijven bij de Marrons en de indianen.
Ze hebben een paar hutten en hangmatten beschikbaar gemaakt voor toeristen.
Zodat je de cultuur van dichtbij kan meemaken.
De bevolking laat de toeristen verder met rust.
Er zijn gelukkig (zoals in vele arme landen) weinig bedelaars en straatverkopers.
Souvernirwinkels zijn er opvallend weinig in Paramaribo en Suriname.

Van primitieve hutjes in Gusterie tot luxe resort in Berg en Dal


Hoe schoon is het milieu in Suriname ?

Suriname heeft opvallend veel zwerfafval. Van Petflessen, verpakkingen en delen van boten.
Voor de vuilnisophaaldienst heeft elk huis een verhoogde bak op het afval in de doen.
Daar haalde de vuilnisophaaldienst de vuilniszakken eruit en voert het afval af.
Dat de bak verhoogd is, is om te zorgen dat de straathonden niet aan het vuil gaat eten.
Van het afval sorteren doen ze in Suriname nog alleen met petflessen.
Ik hoop dat in de toekomst het afval beter wordt gesorteert net als in Nederland.
Een ander probleem is het watervervuiling van het kwik.
Kwik wordt gebruikt voor de goudwinning in het binnenland.
En als het kwik in het water komt, dan vervuilt het water en het milieu.
Waardoor er geen schoon water is voor de verbouwing van voedsel en vissen sterven uit.
Daardoor wordt ook de vis schaarser en duurder op de markt om te verkopen.
Over auto’s en andere motorvoertuigen zijn er nog geen elektrische auto’s en hybridewagens.
Misschien dat over een paar jaar wel elektrische wagens zullen verschijnen.